6 t/m 31 januari

Presentatie The making of Pulcinella. 15 sonnetten van Hans Franse, waarin de Napolitaanse clown de hoofdrol speelt. Met uitvergrotingen van de sonnetten, foto's van de opleiding en voorstellingen van de groep ESO-teatro, en theatermaskers die Andrea Franse heeft geschilderd (vitrine ingang).

a Pulcinella 

a Afbeelding 1  a Afbeelding 2  a Afbeelding 3

Toen Andrea, de vrouw van Hans Franse, haar theatermasker stralend aan Dario Fo presenteerde, die als dank een elegante kus op haar hand drukte, ontdekte Hans niet alleen een fantastisch acteur (en een boeiend mens), maar ook "Arlecchino" die anders was dan hij zich altijd had voorgesteld: Arlecchino loopt in opgelapte vodden, is een nieuwsgierige proleet, een kleine oplichter, die probeert te overleven.

Toen hij daarna de kans kreeg om met het ESO-teatro (een straattheater-/ commedia dell'artregroep met prachtige maskers) rond te trekken ontmoette hij in Luca Sargenti een briljante Zuid-Italiaanse tegenhanger van Arlecchino: de Napolitaanse Pulcinella. Ook dit is een volkse figuur, die altijd honger heeft. Luca heeft er een soort pacifistische kleine man van gemaakt, die klem zit tussen kapitalistische machten. Er is weliswaar een tekst in grote lijnen, maar iedereen improviseert er op los. Het publiek kent de types, weet wat er komt, maar geniet met volle teugen.

Het sonnet ontstond 700 jaar geleden aan het hof van Frederik II op Sicilië. Het was een deftige vorm, een hoofs hofgedicht. Belangrijkste dichter: Giacomo di Lentino, notaris. Later ontstond er rondom Siena een groep die socialer en aardser was met dichters als Folgore da San Gimignano en de sterk sociale Cenno de la Chitarra, liedjeszanger.

Hans Franse heeft geprobeerd de capriolen van Pulcinella te verbinden met het sociale sonnet en creëerde een sonnettenkrans.